Als derdejaars student aan de Filmacademie portretteerde Suzanne Koopstra haar Rotterdamse vriendengroep. Tijdens de research verloor ze een dierbare vriendin en studiegenoot. De documentaire 'Pleasant Hell' werd daardoor deels een vorm van rouw, waarbij ruimte ontstond om emoties en fantasie om te zetten in stijlexperimenten.

‘Ik vond ze altijd al heel filmisch,' vertelt Koopstra over de jongens uit Pleasant Hell waarmee ze vroeger rondhing op de Rotterdamse Westblaak. ‘Vooral Woetoe, de hoofdpersoon. Als hij iets vertelde, wilde ik het altijd zo graag terug kunnen spoelen, zoals in een film.’ De wens om de groep te filmen in haar thuisstad Rotterdam, werd voor haar derdejaarsfilm verwezenlijkt.

Ze ziet een duidelijk verband tussen de Maasstad en haar hoofdpersoon Woetoe. ‘De bestemmingsloosheid die de stad kan hebben, veroorzaakt door het bombardement, zie je ook in Woetoe. Hij heeft Rotterdam echt in zich: het klagen, gecombineerd met humor, maar ook de pijn van de bestemmingsloosheid bevechten door veel te ondernemen. Dat doet de stad ook sinds de wederopbouw.'

Hoe Pleasant Hell een film over verlies werd

Hoewel de kijkers in Pleasant Hell misschien vooral een dromerige documentaire over een groepje muziekmakende, filosoferende Rotterdamse jongens zien, heeft de film voor de maker nog een diepere laag. Tijdens de research verloor Koopstra plots een goede vriendin en studiegenoot van de Filmacademie. Dit kreeg een plek in de film.

Ze vertelt daarover: ‘Door haar fysieke afwezigheid begon ze voor mij in alles en iedereen te leven, vooral in de jongens. Ik had het gevoel dat ik haar uit hen kon trekken, alsof zij een personificatie van haar waren.’ Op die manier gaat de film heel erg over de verloren dierbare, ondanks dat zij niet letterlijk aanwezig is in de documentaire. Koopstra: ‘Ze was groots en niet te vangen in een film. Dan had ik haar moeten versimpelen, dat kon en wilde ik niet.’

Eigenwijsheid tijdens het maakproces

Door het plotselinge verlies, verliep de draaiperiode anders dan verwacht. Er was veel verdriet, maar ook grote gedrevenheid en creativiteit. Koopstra blikt liefdevol terug op de samenwerking met haar crew: ‘We waren zo eigenwijs, we wilden het allemaal zo graag. Iedereen was gemotiveerd en had oneindig veel geduld om hier iets moois van te maken.’

Illustratief voor die eigenzinnige keuzes is de eindscène, waarin een geanimeerde meeuw met het hoofdpersonage opvliegt. Koopstra: 'Ik zat op de fiets en dacht plots: wow, stel dat die meeuw daar in de verte nu naast me zou vliegen en tegen me zou praten. Doordat we allemaal zo eigenwijs waren, had ik de ruimte om dat soort ideeën serieus te nemen, die te delen en dat dan lekker te gaan maken.’

'Door haar fysieke afwezigheid begon ze voor mij in alles en iedereen te leven.'

Suzanne Koopstra

Spelen met de grenzen van echtheid

Pleasant Hell bevat veel experiment en speelt met genres. Niet gek, als je bedenkt dat Suzanne Koopstra haar studie aan de Filmacademie startte op de afdeling Production Design, waar je als student leert om vormgevingsconcepten voor films te creëren. Koopstra over haar overstap: ‘Ik hield altijd al van documentaires. De werkelijkheid kan zo magisch en sprookjesachtig zijn. Sommige dingen uit de werkelijkheid zijn niet te verzinnen.’

Documentaire en production design vindt zij niet per se een onlogische combinatie. ‘Als je een documentaire maakt, doe je al aan world building. Je kiest een onderwerp, een locatie, je zet een camera neer en besluit waar je die op gaat richten. Ik vind het heel naïef om te denken dat je dan de pure werkelijkheid filmt. Dus waarom niet visueel uitbreiden met elementen uit je fantasie en emoties? Die zijn ook onderdeel van de werkelijkheid.’

‘De werkelijkheid kan zo magisch en sprookjesachtig zijn. Sommige dingen uit de werkelijkheid zijn niet te verzinnen.’

Suzanne Koopstra

Binnenwerelden tonen met animatie

De fantasieën en emoties die Koopstra benoemt, heeft ze in Pleasant Hell onder meer zichtbaar gemaakt in animaties. De eerder genoemde meeuw-scène is daar een voorbeeld van, maar ook de geanimeerde tranenzee  komen eruit voort. ‘Die emoties zitten er echt, de animaties zijn er om er de aandacht goed op te richten,’ aldus Koopstra. ‘Ik wilde het wel zo doen dat het publiek duidelijk ziet dat het kunstmatig is, vandaar die grote zee.’

‘Die emoties zitten er echt, de animaties zijn er om er de aandacht goed op te richten.'

Suzanne Koopstra

Ook de afsluitende scène, die aanvoelt als een muziekvideo, is een manier om de binnenwerelden over te brengen. Koopstra legt uit: ‘In muziekvideo's mag alles en kan alles bestaan. Het is nooit: het is fictie of documentaire. Alles kan en alles is goed. Het is een medium waarin je kan worden meegenomen in een illusie.’

Hierdoor brengt de muziekvideo de kijker volgens Koopstra dichter bij het idee van iemand die er niet meer is. ‘Diegene is alleen aanwezig in jouw gedachten, net als een droom. Daarom wilde ik graag dat muziek de vervangende taal werd vanaf de helft van de film.‘

Of haar volgende documentaire ook rijk aan stijlelementen zal zijn? 

Op dit moment werkt Koopstra aan haar afstudeerfilm, ook weer gesitueerd in Rotterdam. Ze vertelt: ‘Plat gezien gaat het over de onophoudelijke Rotterdamse nieuwbouwdrang. Ik vind dat de stad het kapitalisme te veel laat winnen, het zou meer liefde moeten hebben voor de inwoners.’

Net als Pleasant Hell wordt haar afstudeerfilm een hybride documentaire met een mix aan verschillende stijlelementen: studio sets, visual effects en production design. ‘Ik ben echt tegen veel dingen die in de stad gebeuren, maar ik vind het moeilijk om er woorden aan te geven. Ik wil het vooral in vorm laten zien. Het allerbelangrijkste van het filmmaken vind ik toch echt het creëren van een soort sprookjeswereld.’ 

Lees meer over animatie en hybride documentaires