Waarom is seksueel misbruik bij mannen een groot taboe? Twee nieuwe documentaires, ‘Coos en de colafles’ (BNNVARA) en ‘Lucky Boy’ (EO), proberen dit taboe te doorbreken met mannelijke slachtoffers die hun verhalen delen. 2Doc.nl besprak de films met klinisch psycholoog Iva Bicanic.

In Coos en de colafles vertelt Coos hoe hij op zijn dertiende slachtoffer werd van seksueel geweld en ruim twintig jaar later nog altijd zijn trauma probeert te verwerken. Ook in Lucky Boy staan ongewilde seksuele ervaringen centraal. In deze EO-documentaire praten vijf mannen over hun pijnlijke confrontaties met het stereotype ‘man die altijd zin heeft in seks’. 

Mannelijke slachtoffers van seksueel misbruik vaak ondervertegenwoordigd in de media

Verkrachting vindt plaats door een mannelijke dader bij een vrouwelijk slachtoffer. Dat is het standaardbeeld dat in de samenleving heerst, volgens Iva Bicanic. Als je de statistieken van het CBS erbij haalt, zie je inderdaad dat vrouwen vaker slachtoffer zijn en ook vaker melding doen van seksueel misbruik. Maar, zo verduidelijkt de klinisch psycholoog en directeur-bestuurder van het Centrum Seksueel Geweld, ‘dat betekent niet dat er geen mannelijke slachtoffers zijn’.

Bicanic strijdt al jaren voor meer aandacht voor mannelijke slachtoffers van seksueel misbruik. Dat is een uitdaging; journalisten vragen haar vaak enkel naar vrouwelijke slachtoffers. De documentaires Coos en de colafles en Lucky Boy maken volgens de psycholoog duidelijk dat mensen liever de confrontatie met zulke ‘moeilijke’ onderwerpen mijden. Juist daarom kunnen de twee films in positieve zin bijdragen aan het maatschappelijke debat.

Bicanic: ‘Deze films helpen enorm bij aan het doorbreken van de stereotype beeldvorming van seksueel geweld. Dat is heel hard nodig in het belang van mannelijke slachtoffers.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Still uit 'Coos en de colafles'

‘Misbruik wordt gekoppeld aan zwakte’

Dat de man enkel dader is en de vrouw slachtoffer, en dat de man stoer is en ‘altijd zin heeft in seks’ zijn stereotypes die we volgens de psycholoog moeten proberen te doorbreken.

Bicanic: ‘Onze samenleving lijkt niet te willen accepteren dat jongens ook seksueel misbruikt kunnen worden, want misbruikt worden wordt gekoppeld aan zwakte. Mannen krijgen vaak te maken met reacties als: “Seks is leuk joh, wat zeur je nou?” Of: “Ben je een mietje of zo?” Of: “Echte mannen worden niet verkracht”.’

De psycholoog geeft aan dat door deze stereotypering en het gebrek aan representatie mannelijke slachtoffers vaak langer zwijgen dan vrouwen, ‘terwijl ze net zoveel kans hebben om langdurige problemen ervan te ervaren. Mogelijk zelfs meer, omdat ze het stilhouden uit schaamte en schuld.’

Bicanic: ‘Terwijl je tegelijkertijd juist iemand nodig hebt die meeleeft en tegen je zegt dat zoiets nooit had mogen gebeuren. Iemand die jou begrijpt en snapt wat voor spanning dit nog dagelijks geeft.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Still uit 'Lucky Boy'

‘Zelfverwijt en zelfbeschuldiging staan altijd centraal bij seksueel misbruik’

Naast onbegrip uit de samenleving, worstelen slachtoffers vaak ook met het woorden geven aan de ervaringen, ze noemen het zelf geen seksueel misbruik. Bicanic noemt het voorbeeld van Coos: ‘Iemand van dertien is gewoon een kind. Kinderen van rond die leeftijd noemen wat hen overkomt meestal geen verkrachting.'

'Als ze ouder worden en meer gaan begrijpen van het leven komt het besef: oh, wat ik toen heb meegemaakt, was eigenlijk wel een verkrachting. Coos voelt zich verkracht, en dat is hij ook. Ook juridisch gezien. Maar het valt buiten het standaardbeeld, waardoor hij jaren later pas meer duiding aan het incident kan geven.’

Het zijn niet alleen kinderen of jongeren die moeite hebben met het geven van duiding aan seksueel misbruik. In de documentaire Lucky Boy vertellen vijf volwassen mannen elk over een seksuele grensoverschrijding door een vrouw.

Deze ervaringen gaan gepaard met veel verwarring bij de mannen zelf, omdat ze de seksuele ervaring bijvoorbeeld eerst zelf initieerden. Of omdat ze, ondanks een gebrek aan zin, wél een erectie kregen. En als ze geen zin hadden, waarom wezen ze de seks dan niet gewoon af?

Het seksueel misbruik van Coos valt buiten het standaardbeeld, waardoor hij jaren later pas meer duiding aan het incident kan geven.

Iva Bicanic

Bicanic: ‘Zelfverwijt en zelfbeschuldiging staan altijd centraal bij seksueel misbruik. Maar wat veel mannen niet weten is dat mannen hetzelfde reageren op seksueel geweld als vrouwen: tachtig procent doet niks of werkt mee. Ook als je 1 meter 90 bent kan er een situatie ontstaan waarin je je niet veilig voelt of die je ervaart als dreigend. Vrouwen zijn misschien fysiek niet vaak sterker dan mannen, maar kunnen wel emotioneel manipuleren en dwingen. Vrouwen kunnen ook mannen verkrachten, dat heet ‘forced penetration’ en komt vaker voor dan je denkt.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Still uit 'Coos en de colafles'

En de daders? ‘Die maken zichzelf wijs dat er niks is gebeurd’

De documentaires tonen volgens Bicanic de eenzaamheid waar een slachtoffer van seksueel misbruik in belandt. Zo heeft Coos jarenlang gezwegen over wat hem is overkomen, maar kampt hij wel met heftige symptomen van PTSS. Bicanic: ‘Coos’ geheugen heeft op het moment van het misbruik extra goed gewerkt. Je hersenen denken “ik wil dit niet nog eens meemaken”, dus zorgen ze dat je goed onthoudt wat je precies meemaakt.’

Het is positief dat Coos op verschillende manieren zijn trauma probeert te verwerken en steun ontvangt van zijn naasten. Maar helaas kan hij niet rekenen op begrip van de ‘vrienden’ die destijds betrokken waren bij het incident. Daders kunnen zichzelf wijs maken dat er niks is gebeurd. Bicanic: ‘Zo hoeven ze hun eigen gedrag niet onder ogen te komen.’

Erkenning van de daden door de pleger(s) en de omstander(s) kan het verschil maken voor een slachtoffer.

Iva Bicanic

En dat is pijnlijk. ‘Seksueel misbruik is altijd iets tussen drie partijen: het slachtoffer, de dader en de omstander. Deze documentaire laat heel goed zien dat er altijd drie partijen zijn, en dat die omstanders net zo verantwoordelijkheid zijn als de plegers. Coos neemt het hen namelijk ook kwalijk, wat heel begrijpelijk is. Erkenning van de daden door de pleger(s) en de omstander(s) kan het verschil maken voor een slachtoffer.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Still uit 'Lucky Boy'

‘Sociale steun kan levensreddend zijn’

Volgens de psycholoog doet de samenleving in de omgang met slachtoffers te veel aan ‘victim blaming’. Bicanic: ‘Victim blaming is niet alleen vragen waarom iemand alleen door het park fietste, maar ook twijfelen aan iemands verhaal en de reden waarom diegene er “nu pas” mee komt.’

Hoe moeten we er dan wel mee omgaan? Daar heeft Bicanic duidelijke handvatten voor. ‘Omstanders stellen vaak als eerste de vraag wat er gebeurd is, maar dat is niet het belangrijkste. Wat je beter kan vragen is hoe het met iemand gaat, welke invloed het op iemands leven heeft gehad, wat ze willen delen en wat je voor ze kan doen. Mensen schrikken vaak eerst en zitten met hun eigen emoties, maar vergeten wat voor een grote stap het is dat een slachtoffer dit verhaal aan ze toevertrouwt. Zeker voor mannen is het een megastap.’

Volgens de psycholoog tonen Coos en de colafles en Lucky Boy hoe waardevol een actieve rol van omstanders is. Bicanic: ‘Deze documentaires laten zien hoe belangrijk het is dat je wordt opgevangen door je omgeving. Sociale steun kan levensreddend zijn.’

Wie is Iva Bicanic?

Dr. Iva Bicanic is een klinisch psycholoog, onderzoeker en EMDR-therapeut met een specialisatie in de behandeling van slachtoffers van seksueel misbruik. Ze is hoofd van het Landelijk Psychotraumacentrum van het UMC Utrecht en directeur-bestuurder van het Landelijk Centrum Seksueel Geweld.

Hiernaast heeft ze verschillende prijzen in ontvangst mogen nemen. Zo werd ze in 2018 uitgeroepen tot meest invloedrijke persoon in de publieke gezondheid en won ze in 2019 de ‘Vrouw in de Media Award’.